GEDICHT
Ik ben allergisch voor de vrije verzen,
Het dichten is een vechten met de taal,
Een mededeling in een keurslijf persen
van vastomschreven regels, hard als staal.
Het metrum moet voldoen aan strakke eisen,
Het rijmschema is net zo cruciaal,
Een zin heel soepel in dat keurslijf hijsen,
Zoals woest water is getemd in een kanaal.
Ik hoef die vrije verzen niet te horen.
Ik word door vrije verzen niet gesticht.
De mededeling kan mij sóms bekoren.
Maar 'k noem die vrije verzen geen "Gedicht".
Dit gedicht schreef ik naar aanleiding van de vrije verzen waar mijn zus haar dichtkunst in op sloeg. Zij was meer een dichteres dan ik een dichter was, en ze heeft verscheidene
bundels in eigen beheer uitgegeven. Zij was ook aangesloten bij een groep dichters en dichteressen uit de omgeving van Amsterdam. Zij voorzag in haar inkomsten door lerares
Nederlands te zijn op een Middelbare school in Amsterdam.
Enkele dagen voor haar 50-ste verjaardag is zij door een noodlottig ongeval omgekomen op haar geliefde Canarische eiland El Hierro.
Op haar overlijdensbericht hebben wij de laatste twee strofen van één van haar gedichten geplaatst: En zingend dans ik . . . . .